SCHAPEN / GEITEN
Vanuit onze praktijk verlenen wij diensten aan zowel hobbymatig- als bedrijfsmatig gehouden schapen en geiten. Bij bedrijfsmatig gehouden koppels bestaan onze werkzaamheden vooral uit het adviseren over diergezondheid, voeding, productie, huisvesting en hygiëne. Daarnaast kunnen zij terecht bij ons voor de behandeling van zieke dieren of vaccinaties.
Ook hobbyhouders kunnen bij ons terecht met vragen of problemen. Op de praktijk in Barneveld worden regelmatig mestonderzoeken gedaan om te kijken of het nodig is om de schapen te ontwormen of om te kijken of het ontwormen effectief is geweest. Voor advies of behandeling van schapen kunt u contact opnemen met één van onze vestigingen.
ONZE SERVICE
24/7 bereikbaar voor spoedgevallen
Dagelijks gratis telefonisch spreekuur
Op drie locaties medicijnen ophalen
Eigen laboratorium in Barneveld
Aangesloten bij het Veterinair Kennis Centrum
GMP+ FSA geborgd
Up to date kennis
TOELICHTING
MEER INFORMATIE
Bij kleine herkauwers die in de weide lopen komen vaak problemen voor die veroorzaakt worden door maagdarmwormen of coccidiose. Een worminfectie kan leiden tot diarree en groeivertraging, maar kan ook leiden tot plotselinge sterfte zonder dat er eerst verschijnselen gezien worden. Coccidiose kan bij lammeren leiden tot groeivertraging, diarree en vermindering van de afweer.
Preventie en bestrijding
Om het risico van de wormen te verkleinen is het belangrijk om schapen regelmatig om te weiden naar een nieuw perceel. In het voorjaar is het verstandig de schapen om de 3 weken te verweiden en in de zomer om de 2 weken. Vanwege de toenemende resistentie tegen ontwormingsmiddelen is het niet verstandig om schapen standaard periodiek te ontwormen. Door mestonderzoek kan vastgesteld worden of ontwormen op dat moment noodzakelijk of overbodig is.
Mestonderzoek
Mestonderzoek wordt gedaan op de praktijk in Barneveld. Hiervoor kunt u zelf mest naar de praktijk brengen en daarna ontvangt u meestal binnen enkele dagen de uitslag of ontwormen nodig is. Voor het mestonderzoek verzamelt u zo vers mogelijke mest van 10-15 schapen, graag zowel dunne ontlasting als keutels in één plastic zakje. Als u minder schapen heeft probeert u van alle schapen verse mest te verzamelen. De mest kunt u inleveren bij de praktijk in Barneveld.
Wanneer mestonderzoek laten doen?
Geschikte momenten om mestonderzoek te doen zijn in ieder geval:
Bij lammeren:
- Rond 1 juli: dan zijn de lammeren enige tijd blootgesteld aan de besmetting.
- Als ze circa 4 weken op een weide gelopen hebben.
- Wanneer een wormbesmetting vermoed wordt.
Bij volwassen schapen:
- 10-14 dagen na het ontwormen om te controleren op resistentie.
- Bij beweiding langer dan 4 weken op hetzelfde perceel.
Om schapen buiten het seizoen bronstig te krijgen kan gebruik gemaakt worden van een hormoonbehandeling met een vaginaal sponsje en een hormooninjectie. Soms wordt ook voor deze methode gekozen om de spreiding in het aflammeren te beperken. De resultaten van de hormoonbehandeling zijn uiteenlopend en variëren globaal tussen 60 en 95% dracht.
Flushen
2-3 Weken voor het dekken is het verstandig de schapen van een schrale weide naar een goede weide te verplaatsen. Hierdoor gaan de schapen iets groeien en zijn er betere vruchtbaarheidsresultaten. Ook is de kans op meerlingen hierdoor groter.
Sponsjes inbrengen
Ongeveer een week nadat de schapen op een goede weide zijn gegaan kunnen de sponsjes ingebracht worden. De sponsjes moeten 12-14 dagen blijven zitten.
Hormooninjectie & verwijderen sponsjes
Voor een optimaal resultaat wordt het aangeraden om een halve dag voordat de sponsjes verwijderd worden de schapen te behandelen met Folligonan®. Deze moet toegediend worden door middel van een injectie in de (bil)spier (dus níet onderhuids). Per schaap moeten 500-700 IE worden toegediend. De dosering is onder andere afhankelijk van ras, conditie van het schaap en van het moment in het seizoen. Overleg hierover met uw dierenarts.
Dekken
36 Uur na het verwijderen van de sponsjes kan de dekking plaatsvinden. Omdat de ooien gesynchroniseerd zijn is het verstandig om maximaal 10 ooien per volwassen ram te rekenen. Om zeker te weten dat de ram alle ooien gedekt heeft is het verstandig om de ooien één voor één (met 10-20 minuten tussentijd) aan de ram aan te bieden. Hierna kan de ram in de groep ooien geplaatst worden voor eventuele herdekkingen.
Sommige rammen weigeren te dekken omdat de schapen iets kunnen vuilen van het sponzen. Ook weigeren rammen van sommige rassen vaak om buiten het seizoen te dekken (Texelaars). Daarom is het verstandig om te zorgen dat er een extra ram beschikbaar is voor het geval er een ram weigert om te dekken.
Lammeren
Bij schapen en geiten komen regelmatig problemen voor rondom het lammeren. Soms is het lastig te herkennen of het geboorteproces normaal verloopt of dat er hulp nodig is. De duur van het geboorteproces is onder andere sterk afhankelijk van het aantal lammeren, hoe groot ze zijn en hoeveelste worp het voor de ooi is. Hieronder staan enkele algemene richtlijnen/adviezen.
Let op: mocht u zelf een vaginaal onderzoek uitvoeren, zorg dan dat u uw handen grondig wast met zeep en de achterkant van de ooi wast met ontsmettingsmiddel (verkrijgbaar bij de praktijk). Gebruik veel glijmiddel en forceer niets!
Wanneer ingrijpen of bellen?
- Als de ontsluitingsfase (afzonderen / krabben etc. voordat de vruchtblaas is afgedreven) niet vordert en langer duurt dan 3 uur. Bel de dierenarts of voer een vaginaal onderzoek uit.
- Als er een uur nadat de vruchtblaas te zien is geen vordering zichtbaar is of er niets van het lam zichtbaar is.
- Als er bij een normale ligging (2 pootjes + snoetje zichtbaar) na een uur persen geen vordering is.
- Bij een afwijkende ligging (één pootje + kop / alleen de kop zichtbaar / stuitligging): als er geen snelle vordering is ingrijpen of dierenarts bellen.
- Als er alleen twee voorpootjes zichtbaar zijn: ligging van de kop controleren.
Als u het niet vertrouwd of twijfelt over uw bevindingen: neem contact op met de dierenarts (24/7)!
Q-koorts wordt veroorzaakt door Coxiella burnetii.
Het kan abortus bij schapen of geiten veroorzaken. Mensen kunnen ook Q-koorts krijgen en kunnen er wel ernstig ziek van worden. Om besmettingen te voorkomen kan hiervoor gevaccineerd worden. Bij instellingen waarbij bezoekers op het bedrijf komen is het vaak verplicht om te vaccineren.
De dieren dienen 2 x met een tussenperiode van 3 weken gevaccineerd te worden. Daarna een jaarlijkse boostervaccinatie.
Lammeren, vooral juist de beste uit het koppel, worden soms plotseling dood aangetroffen in de weide.
Een Clostridium-bacterie die veel gifstoffen produceert kan sterfte bij een of enkele lammeren binnen enkele uren veroorzaken. Door middel van sectie door de dierenarts op het gestorven dier is goed te bepalen of “Het Bloed” de sterfte veroorzaakt heeft.
Verweiden naar een goede weide kan de oorzaak zijn.
Preventief is dit goed te voorkomen door middel van een vaccinatie door de dierenarts. De dieren dienen dan 2 x met een tussenperiode van 4 tot 6 weken gevaccineerd te worden.
Rotkreupel is een vervelende aandoening, veroorzaakt door bacterien.
De dieren worden erg kreupel door een stinkende ontsteking tussen de klauwtjes. Het is erg besmettelijk. Lokaal kan behandeld worden met desinfecterende middelen. Ernstig aangetaste dieren worden na onderzoek door de dierenarts behandeld met antibiotica. Komen de problemen telkens weer terug dan is een preventieve vaccinatie aan te bevelen. Dieren met extra weerstand tegen de rotkreupelbacterie hebben minder problemen.
Afhankelijk van de bedrijfsvoering kan de dierenarts een vaccinatiestrategie opstellen en uitvoeren.
